In de vergadering van de gemeenteraad van 2 april 2012 is de nota "Cultuur in Leiderdorp 2012-2015" besproken en na het aannemen van een amendement vastgesteld. Onze voormalige fractievoorzitter Rob in ‘t Veld heeft tijdens zijn betoog in de raad namens GroenLinks waardering uitgesproken voor de nota. Dit mede omdat er voorstellen uit de eigen cultuurnota van GroenLinks, “Leiderdorp bruisend: meer aandacht voor kunst en cultuur”, uit 2010, waren overgenomen. Toch was er ook teleurstelling vanwege het beperkte ambitieniveau waar de nota vanuit gaat. In verband daarmee is door GroenLinks genoemd amendement ingediend om de nota verder te verrijken. Het amendement is uiteindelijk aangenomen door ondersteuning van alle raadsfracties, behoudens die van de VVD. Lees hierna de bijdrage van onze voormalige fractievoorzitter tijdens de behandeling van de cultuurnota in de raadsvergadering en bekijk ook de beide cultuurnota's.

Voorzitter,

In de eerste plaats wil ik mijn vreugde uitspreken over het feit dat er nu voor de eerste keer een Cultuurnota van de Gemeente voorligt. En wel naar mijn smaak een mooie nota, toegankelijk, vlot geschreven, compleet en leesbaar. Mijn complimenten in deze gaan uit naar de wethouder en naar het ambtelijk apparaat die deze nota heeft voorbereid. Verder prijs ik mij gelukkig een aantal voorstellen uit onze nota “Leiderdorp bruisend; meer aandacht voor kunst en cultuur” uit 2010 in deze Cultuurnota van het College aan te treffen.

Kunst en Cultuur en de diverse uitingen daarvan zijn van wezenlijk belang voor zowel individuen als voor de samenleving in zijn geheel. Ze brengen schoonheid, ontroering, inspiratie, stimulering, verbazing, verrassing, verwarring, overrompeling, weerstand, afkeer, discussie en debat, kortom ze laten niemand onberoerd. Uit onderzoek blijkt verder dat kunst en cultuur beleving bijdraagt aan cognitieve functies, creativiteit, gezondheid, geestelijk welbevinden, sociale competenties, zelfvertrouwen, gevoel van veiligheid, persoonlijke ontwikkeling en aan een gemeenschappelijke identiteit.

Daarnaast brengen ze aan de grote groepen mensen die zich er scheppend, reproducerend, uitvoerend, organiserend en consumerend mee bezig houden veel voldoening en zingeving. Op deze manier wordt een onschatbare bijdrage geleverd aan voor onze samenleving wezenlijke zaken als sociale cohesie, burgerschap, sociale ontwikkeling, verheffing, kritisch vermogen, etc. Daarnaast wijst onderzoek uit dat kunst en cultuur bijdraagt aan de lokale economie, banen genereert en bijdraagt aan innovatie.

Kunst en cultuur behoren echter in de visie van velen niet tot de directe materialistische economische factoren en zijn daarmee kwetsbaar. Gezien het maatschappelijk belang dienen ze dus beschermd te worden en de overheid heeft daarin een belangrijke taak. De beschaving van een land kan immers worden gemeten aan de hand van hoe dat land omgaat met zijn gevangenen, zijn vreemdelingen en zijn kunstenaars.

Hoewel ik enerzijds dus veel waardering voor de thans voorliggende nota heb heeft de nota mij anderzijds toch ook een teleurgesteld gevoel gegeven. Teleurgesteld in het beperkte ambitieniveau wat uit de nota spreekt. Zo wordt er geen enkele ambitie uitgesproken om tot kwaliteitsbevordering te komen. Slecht t.a.v. de kunst in de openbare ruimte wordt gesteld dat dit van hoge kwaliteit moet blijven. Voor alle andere sectoren geldt dit kennelijk niet. Ik vind dit een forse omissie in de uitgangspunten van de nota.

Verder wordt er in de nota geen aandacht besteed aan het feit dat naast BplusC ook LVU en Stichting MOL cursussen en lessen aanbieden en dat er sprake is van een aanzienlijke overlap. Een betere afstemming is hier gewenst en wellicht zou het College hiertoe het initiatief kunnen nemen.

Daarnaast is het een gegeven dat de tarieven van alle aanbieders inmiddels hoog zijn en dat voor veel Leiderdorpers de toegankelijkheid van cursussen en lessen daardoor problematisch is. Zou meer samenwerking en afstemming is deze kunnen helpen de tarieven te matigen?

Ook al constateert de nota dat er binnen het cultuurveld in Leiderdorp sprake is van versnippering en “eilandjes” en dat er meer samenwerking zou moeten komen gaat het College er niet toe over samenwerking tussen verenigingen en instellingen te stimuleren, bijvoorbeeld via de subsidievoorwaarden. Natuurlijk is de inhoud van kunst en cultuur in een democratische samenleving vrij, maar samenhang, afstemming en met name ook kwaliteitsbevordering mag en moet in het belang van Leiderdorp en zijn inwoners wel degelijk door de gemeente worden gestimuleerd. Je mag toch best eisen stellen aan wat er met je subsidiegeld gebeurt en welke doelen er mee worden bereikt?

Voorzitter,

Aangezien begrippen als ambitie, kwaliteitsbevordering en samenwerking voor het welslagen van een goed cultuurbeleid in Leiderdorp essentieel zijn dien ik hierbij een amendement in met als doel de nota verder te verrijken.

Zowel de vastgestelde cultuurnota als onze eigen GroenLinksnota “Leiderdorp bruisend: meer aandacht voor kunst en cultuur” uit 2010, zijn als afzonderlijke bijlagen bij dit artikel gevoegd.